Gelei van de jostabes  


Door Annemieke Owel

De jostabes; een kennismaking

Toen wij jaren geleden onze groentetuin gingen huren, stonden daar al enkele bessenstruiken en wat appelbomen. De bessenstruik leek ons geen gewone aalbessenstruik. We zijn ouderwets gaan determineren met de bes en wat blaadjes en kwamen er op uit dat we jostabesstruiken hadden staan! Een nieuw ras – in een laboratorium in elkaar geknutseld – met grote, donkere bessen. Het is een kruising tussen een zwarte bes en een kruisbes. De naam is ontstaan uit de Duitse bessennamen: Johannesbeere en Stachelbeere. Enerzijds bijzonder om te ontdekken, anderzijds jammer dat het geen ouderwetse struiken van vroeger waren.

De struik levert bijzonder veel bessen op, en heeft geen doornen of stekel. Dat is wel prettig. De bes is groot en diep paars/zwart. De smaak is vrij uitgesproken: friszoet en net niet wrang te noemen. Ik ben geen liefhebber van zure smaken. Ik moest dus wel wennen aan de smaak.

Ik nam een recept dat ik vaak gebruik voor aalbessengelei en begon jostabesgelei te maken. Er bleek voldoende pectine in de bes te zitten om te geleren. Het werd een diep paars/zwarte gelei. De allereerste keer dat ik gelei ervan probeerde te maken, resulteerde in een paars/rode bessensaus die mijn man gebruikt als ijsversierder, in de vla en als limonadesiroop. Hij is dol geworden op de pure smaak van bessen. Als u van een aparte bessensmaak houdt en eens wat nieuws wilt proberen, dan is de jostabes een goede keuze!

Recept: Jostabessengelei

Win sap uit 1 kilo vers geplukte jostabessen, een sapkoker is fantastisch, maar met een pan en een zeef is ook goed sap te verkrijgen. Zet de bessen, gewassen, met aanhangend water op het vuur, de bessen zullen vrij snel sap opleveren. Na een kwartiertje pruttelen of iets langer: de bessen zeven. Vang het sap op in een aparte bak. Voor zuivere gelei is het nodig het sap nog eens door een neteldoekse lap (of katoenen lap) te zeven.

Neem per liter gewonnen sap 750 gram fijne kristalsuiker. Breng het sap aan de kook en los de suiker er in op. Blijf roeren en laat de gelei inkoken.

Doe de geleitest: laat op een koud schoteltje een druppel gelei vallen, blaas de druppel om een beetje te laten afkoelen. Als de druppel niet veel meer uitloopt en een beetje “verkleefd” blijft liggen is het geleerstadium bereikt.

Vul de met heet water en soda schoongemaakte glazen potten met metalen deksels met de gelei tot bijna aan de rand. Maak de potten schoon en sluit ze af. Zet ze op hun kop en laat afkoelen. Tijdens het afkoelen, zul je een klikje horen. De metalen deksels trekken vacuüm, dát is de bedoeling. Zo blijft je gelei maanden goed!

Om er een vooral voor het oog extra speciale gelei van te maken, kun je op het laatst een handje gewassen frambozen of kleine aardbeitjes aan de kokende gelei toevoegen. Verdeel die tijdens het vullen over de glazen potten. Dat levert een prachtig gezicht op.

Maak stickers op de computer of met de hand, datum en inhoud erop. Klaar!



Aan de inhoud van deze pagina kunnen geen rechten worden ontleend
©2001- POMologische Vereniging Noord-Holland