Opal


Synoniemen: geen

Herkomst: In 1946 gepresenteerd in Zweden als een kruising van de Reine Claude d’Oullins
met de Early Favourite.

Vrucht: de huid is rood/oranje en bij volledige rijping paars.
De vorm is rond en enigszins ovaal; soms met een licht afgevlakte zijkant.
Het vruchtvlees is geelrood met een lichtzoete smaak en een aangenaam aroma.
De steel is kort, 13 mm. lang.
Het is een vrucht van gemiddelde grootte, 42 mm. breed en 45 mm. lang
De groef is smal en diep.

Steen: ligt vrij in het vruchtvlees. De vorm is ovaal en tamelijk grof, breedte is 14 mm en de
lengte 22 mm.

Boom: De groei is gematigd met een neiging tot vorming van een pyramidale kroon. De
bladeren zijn klein, ovaal en lichtgekarteld.

Teelt: Opal is een zelfbestuiver. De vruchtbaarheid is overdadig en kenmerkt zich door
beurtjaren. Zeer ruim dunnen is vereist om vruchten van voldoende grootte en smaak te
kunnen oogsten. De oogst is vroeg; doorplukken is noodzaak.

Bizonderheden: Opal is momenteel in Nederland het meest populaire commerciële pruimenras.
Gunstige eigenschappen zijn de vroege rijping, de smaak en de bewaringsduur. Voor
liefhebbers is de teelt van Opal minder geschikt vanwege de neiging tot beurtjaren, het ene
jaar nauwelijks dracht en het jaar daarop overdadige dragende takken, die gemakkelijk
uitscheuren.
Er ciculeert in telerskringen een Opal-mutant, die wordt aangeduid met “Vroege Opal”. Eind
jaren negentig is op het voormalige fruitteeltproefstation in Wilhelminadorp onderzocht of er
sprake is van een apart ras, dan wel een vroegrijpende selectie. Het bleek inderdaad om een
mutant te gaan, die vroeg rijpt op lichte gronden en op beschutte plaatsen.

Kwaliteit: De Opal is een uitstekend smakende pruim.

4 maart 2012