Ontario.


Synoniemen: geen

Herkomst: In 1875 gepresenteerd door de Amerikanen Ellwanger en Barry uit Rochester.

Vrucht: ovaal, gemiddelde grootte,oppervlakkige groef, geelgroene taaie huid met lichte
vlekken, geel vruchtvlees, sappig en zoet maar snelle veroudering, de steen ligt los, dikke steel.

Boom: middelmatige groei met een regelmatig gevormde ronde kroon

Teelt: middentijds bloeiend, deels zelfbestuivend, middentijds rijpend, buertjaargevoelig, dus
dunning nodig. Gevoelig voor loodglans en bacteriekanker.

Bizonderheden : Ontario is een tijdlang ook onder glas geteeld en kreeg door de vervroegde
rijpheid waarde voor de markt. In Zeeland is rond 1950 vrij veel aangeplant. Het ras werd
toen gezien als een vervanger voor de Reine Claude d’Oullins.

Kwaliteit: Ontario is een pruimenras, dat meer nadelen telt dan voordelen. Het verdient dan
ook voor aanplant geen aanbeveling.

4 maart 2012