Nieuwe foto's van vermeende Peterselieappel  


Nog juist op tijd kwam ik bij de eigenaresse van de boom met de grote appels. Vorige keer hingen ze knal-Granny-groen aan de boom, in peterselie-kleur zogezegd. Nu waren ze rijp, althans de eigenaresse at ze. Ik bofte: de eigenaresse had de dag tevoren een halve appel gegeten, dus een mooie dwarsdoorsnede van een joekel van een appel lag voor mij klaar op een presenteerschaaltje. Bijgaand enkele foto's.

Er resteerden nog enkele (wat kleinere) appels. Die zien jullie ook hier op de foto's.

Of dit de Peterselierappel echt is? Ik weet het niet. Ik heb geen bewijs en ik heb geen tegenbewijs.

Er is geopperd dat deze appel de DU HALDER zou zijn. De Du Halder is afgebeeld in De Nederlandsche Boomgaard 1868. Zie hierna. De Du Halder zou goudgeel worden in maart. Maar de door mij gevonden appel zal maart ongetwijfeld niet halen. Hij is nu al mat geel, en over een maand zal hij er niet meer zijn. Dit stemt redelijk overeen met wat in het Sortiment, het aanbevolen rassenlijstje uit 1920, staat over de Peterselieappel: zijn rijptijd is oktober-november. Bovendien zie je ietsje rode streepjes in "mijn" appel, die bij de Du Halder niet genoemd worden. Bovendien is "mijn" appel bonkeriger dan de Du Halder. Bovendien - maar nu moeten jullie mij maar even geloven - heb ik inmidels twee appels gevonden die wél de Du Halder ZOUDEN kunnen zijn, die toch smaller (minder bonkig) en vooral: goudgeler zijn. Bovendien ontbreekt bij de omschrijving de Du Halder in "De Boomgaard" een vernoeming van wit weefsel in het klokhuis, iets dat bij "mijn" appel zou markant is, dat dat (op de dwarsdoorsnede) in De Boomgaard aangegeven zou moeten zijn.

De Du Halder uit "De Boomgaard"1868

Hoe dan ook, de vraag naar bewijs blijft. Ik heb op enkele fruitrassententoonstellingen gestaan met "mijn "appel. Dat leverde op dat iemand zich herinnerde dat hij een soortgelijke boom had gehad achter zijn huis, waar hopen "ballen" insecten in zaten. Ook deze man wist geen naam.

Ook de ervaren pomologen hebben geen definitief oordeel kunnen geven. Een enkeling meent begrepen te hebben dat de Peterselieappel minder hoog zou zijn. Er zou nog enthout gered zijn van niet meer dragende wel zo genoemde Peterselieappels in de Betuwe en in Vlaanderen. Het lijkt er dus op dat we over enkele jaren op basis van "mijn" vondst in combinatie met de overleveringen vanuit de 2 genoemde plaatsen een eenduidig ja óf nog meer vraagtekens kunnen krijgen.

Ik heb op fruitrassententoonstellinkjes wel tips gehad over mensen, negentigers, die vroeger grote appels hadden. Komende maanden zal ik die natrekken. In Zeeland is nog een negentiger wiens vader de Peterselieappel geteeld heeft. Deze man heeft op basis van de eerdere foto's aangegeven dat "mijn" appel wellicht de Peterselieappel ZOU KUNNEN zijn. Hem zal ik proberen te benaderen, met een echte vrucht.

Kortom, het laatste woord is nog niet gezegd over deze appel. Mijn "gevoel" blijft zeggen dat deze appel de Peterselieappel is. Dat dan gelet op grootte ("kinderkopjesformaat"), kleur en inmiddels ook de rijptijd, en het feit dat niemand overtuigend een betere naam weet.



Aan de inhoud van deze pagina kunnen geen rechten worden ontleend
©2001- POMologische Vereniging Noord-Holland