Vergeten Koninklijke fruitrassen  


Vanaf de jaren twintig veredelde professor ir. M.A. Sprenger nieuwe fruitrassen op het Laboratorium voor Tuinbouwplantenteelt in Wageningen.

Zo ontwikkelde hij de "Prinses Irene", de "Prins Bernard" en de "Prinses Margriet" Er werd in 1955 ook een "Prinses Beatrix" ontwikkeld. Dat was een kruising tussen Jonathan en Cox' Orange Pippin.

Volgens de beschrijving had zij "roomwit vlees, zacht en sappig met een tamelijk goed aroma". Toch haalde de "Prinses Beatrix" de grote afzetmarkt niet. De reden was dat de appel "bij bewaring nogal snel rimpelt".

Welaan, dat probleem zou bij de huidige koel- en klimaatbeheersingstechnieken waarschijnlijk opgelost kunnen worden. Welaan, idee voor een afscheidscadeau straks als Majesteit abdiceert: een kistje "Prinses Beatrixen" onder vermelding "Majesteit, een naamgenoot van U uit de wereld der pomologie die dankzij de ontwikkeling der techniek thans niet meer rimpelt".

Het afscheid van onze Beatrix als Majesteit als aanzet tot tweedubbele her-introductie van "Prinses Beatrix"? De eerste boom van de "Prinses Beatrix" zouden we dan voor Prinses Beatrix op Kasteel Drakenstein kunnen planten... Oude tijden keren weer, dankzij de pomologie.

Feiten ontleend aan:
Hans van Leusden "Oranje kleurt historie van de appel" in: Dirk Duijzer "Appeltjes van Oranje" (uitgave LTO-Nederland, 2002)



Aan de inhoud van deze pagina kunnen geen rechten worden ontleend
©2001- POMologische Vereniging Noord-Holland