Dit zijn Duivezuren!  


Ooit vertelde een oude fruitteler mij dat hij Duivezuren had geteeld. Niemand kent dit ras, en in de boeken zoek je het ook vergeefs.

Doorvragend bleek Duivezuur geteeld te zijn als "wijker-ras". Het was een klein boompje, met een stam zo dik als een arm. De kruin was klein en rommelig.

Vorig jaar kwam ik bij een griendwerkershuis. Op het nauwe erf stonden bomen, oud, bemost, met volop korstmossen. Inmiddels schuilgaand onder een grote kastanje. En daarom nu niet goed fotografeerbaar.

Aan één boom hingen de hier afgebeelde appels. Op een determineersessie kwamen de knappe pomologische koppen er niet uit.

Het verhaal van de oude fruitteler herinnerend ging ik dit jaar naar het griendwerkershuisje terug en nam appels mee naar mijn inmiddels 90 jarige fruitvriend Theo Brouwers. Deze bekeek en proefde het appeltje en bevestigde mijn vermoeden: dit was de Duivezuur.

Hij herinnerde zich nog hoe hij ooit, waarschijnlijk eind jaren 40, wel 70 kisten naar de veiling had gebracht. Ze brachten slechts 4 gulden nog wat op! De Duivezuren waren dan ook de eerste wijkers die hij uitrooide!

Aan andere bomen hingen ook groen-witte appels met soms een klein oudroze blosje. Voorshands houden we het erop dat dat Transparantes de Croncels zijn.

De vondst van erg kleinblijvende bomen roept weer een nieuwe vraag op: welke appelrassen leenden zich vroeger (nog meer) uitstekend als wijkersras, dwz als vroegdragend ras dat het goed deed op zeer zwakke onderstam?

Foto's: Bas van Andel



Aan de inhoud van deze pagina kunnen geen rechten worden ontleend
©2001- POMologische Vereniging Noord-Holland