Voor u doorgebladerd:
“Fruit uit eigen tuin”
 


Boekgegevens:
“Fruit uit eigen tuin” uit de serie “basisgids tuinieren”.
Door Renate Hagenouw.
Uitgever: Rebo Productions bv 2006.

Inleiding

Fruit uit eigen tuin. Menig Nederlander herinnert zich dat als iets uit grootmoeders tijd. Terwijl ook heden ten dage fruit uit eigen tuin minstens net zo lekker is. Je kunt bovendien zeker weten of het onbespoten is. De oogst kan een feest zijn voor het hele gezin of voor de kleinkinderen. En in een tijd dat kinderen niet meer weten dat melk van de koe komt of dat fruit bij de fruitteler vandaan komt, is zelf fruit telen educatief uiterst nuttig.

Daarom is het een goed initiatief om een basisgids tuinieren uit te brengen over het thema fruit uit eigen tuin.

Het boekje telt ruim 60 pagina’s. Het is over het algemeen vlot geschreven. Het behandelt praktisch alle (boom- en struik-) vruchtsoorten die een particulier in zijn of haar tuin kan telen.

Beoordeling bruikbaarheid van het boekje door boomgaardenier of tuinier

Juist de breedte van het onderwerp is in dit boek tevens de zwakte. Een basisboek dat het kweken van boom- en struikvruchtsoorten in 60 pagina’s wil beschrijven, moet keuzes maken. In dit boek is er voor gekozen vrijwel alle soorten aandacht te geven. Daarom kun je er praktisch, d.w.z. in de praktijk, tamelijk weinig mee. Voor de keuze van appelrassen wordt men eigenlijk alleen maar naar de kweker verwezen. Wél krijgt men de vragen voor de kweker mee: wat voor onderstam, welke bestuiver is eventueel nodig, past een ras op mijn grondsoort etc.

Maar namen van appel- of perenrassen komt men niet tegen. Wél komt men tegen dat de appel eigenlijk “malus domesticus”heet. Of een gemiddelde tuinier daar veel aan heeft is de vraag.

De keuze voor een brede benadering uit zich ook in bespreking van “specialiteiten” als de duindoorn, bottelrozen, passievruchten en citrusvruchten. Ook hier is het de vraag of een gemiddelde tuinier niet eerder de weg kwijt raakt dan ermee geholpen wordt. Maar voor een min of meer compleet, breed overzicht, ja dan klopt het dat ze er bij horen.

Wie een boomgaard heeft of wil aanplanten, kan verder weinig met het boekje. Weliswaar staat er telkens wat over snoeien, maar verhelderende tekeningen over wat bijv. gesteltakken zijn ontbreken.

De aanschaf van het boekje lijkt daarom vooral zinvol voor mensen die met nog weinig kennis van vruchtenteelt hun tuin voor het eerst met vruchtsoorten willen inrichten. “Wat zijn de mogelijkheden aan (boom- en struik-)vruchten en waar moet ik op letten”. Dáár geeft het boekje goed antwoord op. Maar in 60 pagina’s kun je dan nergens diep genoeg op ingaan. De ondertitel “basisgids” is dan ook bijna te veel eer voor het boekje. De ondertitel “oriëntatiegids” zou beter staan.

Kwaliteit van de inhoud

Als je in de breedte over vruchten en vruchtenteelt schrijft, loop je het risico dat je niet overal even veel van afweet. In dat verband valt op dat onder de paragraaf “ziektes in bomen en struiken voorkomen” een alinea staat over beurtjaren. Alsof dat een ziekte zou zijn! Het zij de auteur vergeven! Maar wat ik niet goed begrijp is dat er een paginagrote foto van een door moniliarot aangetaste appel één van de 60 pagina’s vult, terwijl de tekst over ziekten en plagen niet meer dan een halve A4 beslaat. Daarin komt de auteur niet verder dan algemeenheden over (voorkomen van) ziekten en aantastingen.

Nog iets wat ik niet snap is de tip om bij verwachte nachtvorst alleen een voorlopig gat te graven waar een nieuw gekocht boompje tijdelijk bewaard wordt met de kluit onder royaal aarde. Nachtvorst is vorst, een paar graden, alleen in de nacht. Ik zie geen reden om als die verwacht wordt de boom op te kuilen. Sterker, ik vind het een verkeerd advies. Als er nachtvorst verwacht wordt, is de boom het best af op zijn definitieve plek. Daar zit hij dieper=veiliger dan als hij opgekuild zit als de nachtvorst uit zou monden in een echte vorstperiode. De auteur zadelt hier de boomplanter op met onnodig werk.

Op het einde worden adressen gegeven. Onder de kop “zaadfirma’s” staan dan 3 boomkwekerijen. Tja, volgens mij telen die firma’s bomen en struiken; geen zaad. Of zou het woord “zaadfirma” klakkeloos overgenomen zijn uit een ander boekje uit deze serie, bijv. over bloemen en groenten telen?

Ik vermoed dat een echte boomteeltdeskundige nog wel meer schoonheidsfoutjes zal ontdekken. Als je zo breed bezig bent als de auteur, is dat onvermijdelijk. Echt storend zijn zulke schoonheidsfoutjes in een dergelijke oriëntatiegids als dit boekje overigens niet.

Aankopen?

Ik heb het boekje voor circa 5 euro op de kop getikt in een tuincentrum. Ik denk dat het als cadeautje voor iemand die zich breed wil oriënteren op “iets”van fruit in de tuin een prima cadeautje is. Daarmee dient het boekje de goede zaak van het wekken van interesse bij tuinbezitters voor fruitteelt. Maar het is, zoals gezegd, te breed en dus te weinig diepgaand voor wie echt een handleiding fruitteelt voor particulieren zoekt.



Aan de inhoud van deze pagina kunnen geen rechten worden ontleend
©2001- POMologische Vereniging Noord-Holland