Lang overleve de Kilse Suikerpeer  


We kennen allemaal de “gewone” Suikerpeer, officieel de Noord-Hollandsche Suikerpeer. Er bestaat echter ook nog een andere Suikerpeer, de Kilse Suikerpeer genoemd. Dit artikel beschrijft de redding van het ras waar vermoedelijk nog één stervende boom van over was.

De Kilse Suikerpeer

De Kilse Suikerpeer is genoemd naar het gehucht Kille langs de snelweg van Utrecht naar Breda, onder Gorinchem, net in Brabant, aan de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Rasvernoemingen zijn mij onbekend. Aan deze onbekendheid van het ras, liever gezegd: regionale rasje, moet dit artikel een definitief eind maken.

Wat weten we van de Kilse Suikerpeer?

Wat we weten van de Kilse Suikerpeer danken wij aan de overlevering door een man van 91 met een boomgaard, die in het huis bij de boomgaard geboren is en daar zijn hele lange leven gewoond heeft. Hij weet nog dat in zijn kinderjaren zijn vader een ent van de Kilse Suikerpeer op een Dirkjespeer liet zetten. De Dirkjespeer zelf leeft nog steeds, enkele takken dragen zelfs nog Dirkjesperen als vrucht. Liefkozend noemt de oude baas zijn erboven op geënte peer de “Kila Sucra”. Dit is dus een soort potjes-Italiaans voor Kilse Suikerpeer.

Het getuigenis van slechts één man dat het peertje van het oude (streek)ras “Kilse Suikerpeer” is, zal bij kritische pomologen de wenkbrauwen doen fronsen. Dit artikel gaat ervan uit dat de Kilse Suikerpeer inderdaad een regionaal rasje is geweest. Dit in het besef dat bij nader pomologisch of DNA-onderzoek zou kunnen blijken dat de Kilse Suikerpeer onder een andere naam al beschreven is.

Afgelopen winter troffen twee leden van de regionale Agrarische NatuurVereniging Altena-Biesbosch deze boom in beroerde toestand aan. Besloten werd tot een bemestings- en snoeiactie. Tevens werd een vijftal nog entbare takjes van de Kilse Suikerpeer ontdekt. Deze takjes werden met sukses geënt. Inmiddels zijn er weer 5 nieuwe Kilse Suikerperenboompjes. En ook de oude boom kreeg na het snoeien en bemesten weer levenslust. Weliswaar bleef de dode hoofdgesteltak om veiligheidsredenen staan. Maar het ferm gesnoeide gebied rond de oude entplek begon nieuw leven te laten zien. En zowaar, er kwamen weer vruchten aan de boom. Zowel het deel Dirkjespeer als het deel Kilse Suikerpeer van de perenboom gaven dit jaar vrucht. Tijd dus om de vruchten van de Kilse Suikerpeer letterlijk voor het eerst en definitief in beeld te brengen!

De boom met onder Dirkjesperen en boven Kilse Suikerperen. De grote dode tak is om veiligheidsredenen niet door de vrijwilligers van de Agrarische NatuurVereniging verwijderd.

Enkele nogal slap hangende takken met Kilse Suikerperen. Ze ogen wat mat-groener dan reguliere Noord-Hollandsche Suikerperen, en her en der is een ossenbloedachtig rood wazig blosje te zien aan de zonzijde.

De Kilse Suikerperen hebben een vrij grote kelk, met roest, terwijl het oog tamelijk “gevuld ”is. Met reguliere Suikerperen hebben de Kilsen de stippeltjes gemeen.

Nogmaals het ossenbloedroodachtige wazige blosje aan de zonzijde .Let ook op de houtige bruine steel.

Het blad van de Kilse Suikerpeer

Van links naar rechts: de Kilse Suikerpeer en twee reguliere sub-variëteiten van de Noord-Hollandsche Suikerpeer.
Kenmerkende verschillen: de Kilse Suikerrpeer is slanker, minder buikig, minder roestig bij de steel. Haar steel is sterk houtbruin. Dat ook het Ossebloedrode blosje onderscheidt (niet bij alle vruchten) is niet te zien. Of ook het formaat onderscheidend is, valt op basis van vruchten bij één oude stervende boom niet te zeggen.

Opvallend: de Kilse Suikerpeer heeft bruinhouten stelen, de “gewone”Suikerperen zijn veel groener.

De 2 grote gewone versus de 5 kleinere Kilse Suikerperen. De gewone hebben net een iets helderder groene uitstraling, de Kilse zijn matter, wittiger groen. Dit valt aan de boom des te meer op, aangezien je dan vooral aan de zonzijde nogal eens een donkerrood waasje ziet. Bij de Noord-Hollandsche heb ik ooit in de hete juli 2006 tegen het rijpen een helrood blosje ontdekt, bij een enkele zongeblakerde peer.

Kelken vergeleken: de gewoneSuikerperen ( de 2 buitensten = grootsten) hebben geen roest bij de kelk, de Kilsen wel. Bij de steel is dit juist andersom.

Doorsnee van de Kilse Suikerpeer

Slot: waarde, smaak en gebruik

De Kilse Suikerpeer is zelfs in ietwat onrijpe toestand ook lekker. Hij smaakt enigszins als de Noord-Hollandsche Suikerpeer. Maar hij is wat frisser en iets aromatischer dan een gewone Noord-Hollandsche Suikerpeer. Als lekker fris niet te zoet snoeppeertje is de peer niet te versmaden.

De oude baas van 91 gaf ook nog aan dat de peer ook geschikt is als stoofpeer. Ook in dat opzicht lijkt hij op de Noord-Hollandsche Suikerpeer.

Verder is het afwachten hoe de omvang en smaak van de vrucht zullen uitvallen aan een nieuw boompje in plaats van aan een bijna een eeuw oude boom. Gelukkig kunnen we zeggen dat met 5 nieuwe boompjes èn nieuw enthout aan de oude boom we nog een antwoord op die vragen zullen krijgen. De regionale Agrarische NatuurVereniging Altena-Biesbosch heeft bewerkstelligd dat een stuk fruitcultuurhistorie bewaard is gebleven.

Met dank aan de oude baas, die zijn Kila Sucra zo lang koesterde en nog steeds koestert. Zijn troetelpeer is bij de veilig stellers van zijn perenras in veilige handen.



Aan de inhoud van deze pagina kunnen geen rechten worden ontleend
©2001- POMologische Vereniging Noord-Holland